De grillen van de Vierhuistergeul

Schaduwkust verschijnt eind januari 2018.In het Dagblad van het Noorden verscheen, vlak voor kerst, een voorproefje in een artikel over de bijna ramp met de Vierhuistergeul. Uit het Dagblad van het Noorden van 16 december 2017.

Eind 1717 teisterde de kerstvloed onze waddenkust: het water stond tot in de stad Groningen,m ruim elfduizend mensen kwamen om. Zijn we drie eeuwen later echt veilig?

Lange tijd is het nat en zacht, maar plots draait de wind. De luchtdruk daalt, een zware noordwesterstorm steekt op en brengt hagel en opnieuw stromende regen. De hele maand december is nat geweest. De zuidenwind heeft al dat water naar het noorden gedreven. Het grote bassin in de Noordzee zit tjokvol. Negen uur nadat de wind is gedraaid wordt die watermassa als het ware door een trechter naar de kust gestuwd. De maan staat dichtbij de aarde; het is springtij. De dijken zijn doorweekt.

Op kerstavond 1717 loopt het mis: de zee slaat eerst over de dijken van soms amper twee meter hoog. Op meer plaatsen breken die. Bij de eerste gaten ontstaan diepe kolken. De kracht van de razende watermassa is zo groot dat de dijk al snel over een heel vlak wegschuift. Een muur van water stroomt het land in.

Het kolkt de kustdorpen in, vernielt de huizen waarin de mensen net hun kerstmaal liggen te verteren in de bedstee en stroomt tot in de stad Groningen. De volgende morgen staat het water bij de Steentilpoort kniehoog. Ruim tweeduizend mensen aan de Groningse kust komen om. Langs de hele Waddenzee verdrinken ruim elfduizend mensen. De kwaliteit van de dijken was te slecht geworden door bestuurlijk wanbeleid.

Drie eeuwen later, kerst 2017. De zeespiegel stijgt, bovendien daalt de bodem van het land. Ook het weer wordt onstuimiger, het zwiept de golven telkens verder omhoog en teistert de kustbescherming. Kan een dergelijke grote overstroming opnieuw plaatsvinden? We laten ons graag geruststellen: de mens kan zoveel meer dan in 1717. De dijken steken 8,5 meter boven het maaiveld uit en er is geen discussie meer over wie het onderhoud moet doen en betalen. Maar is het genoeg?

De bijna ramp  van vijf jaar geleden

Het is september 2012. Bij de Lauwersmeerdijk zijn de noodprocedures in werking gezet. Er is sprake van een serieus veiligheidsrisico.

In het pikkedonker dendert de vrachtwagen met veertig ton breukstenen boven de assen door de Westpolder. Vlak voor de laatste boerderij draait de chauffeur de Kustweg in en schakelt terug om de dijk op te rijden. Twee kilometer verderop houdt zich achter een smalle strook bos een stille waterpartij schuil. Hier stroomde vroeger het Vierhuistergat – een aftakking van de Zoutkamperlaag die tussen Schiermonnikoog en Ameland menig zeevaarder weer terugbracht naar huis.  In 1969 is het water afgesneden van de zee en langzaam zoet geworden. Er kronkelt een fietspad langs en tussen de bomen schemert het namaak-dorp Marnehuizen waar militairen leren hoe ze stormenderhand een enclave kunnen innemen. In de Marnewaard op de voormalige zeebodem is een netwerk van zandbanen kriskras door het landschap gelegd. De oefenende tanks duiken soms door een restant van de oude Vierhuistergeul; militairen leren er noodbruggen bouwen. Op de dijk, ter hoogte van deze oude zeegeul, moet de chauffeur zijn lading brengen.

Het wad is een turbulent zand-en-water systeem. Geulen schuiven, zandplaten bewegen – het is een groot en dynamisch getijdengebied. Na de bedijking van de Lauwerszee in 1969 verandert er veel in de zandbalans: de Lauwers, de geul tussen Friesland en Groningen, schuift boven de kust een paar kilometer naar het oosten. Het wantij onder Schiermonnikoog (waar twee vloedstromen elkaar ontmoeten) is vijf kilometer naar het oosten gewandeld. Simonszand (het onbewoonde eiland tussen Rottumerplaat en Schiermonnikoog in) wordt in 2012 doorsneden door een geul en dreigt te verdwijnen.

Ook het Vierhuistergat verlegt zijn stroom: eerst oostwaarts, maar sinds enkele jaren schuift de geul naar het zuiden. Het gat kwispelt over het wad als een onrustig dier dat iets zoekt. Het zeewater kan niet meer bij Vierhuizen komen, maar het lijkt wel alsof de stroom zich door de dijk niet laat wegsturen, alsof ze ruikt dat aan de binnenkant van de dijk een afgesneden stuk van haar eigen vroegere stroombedding ligt. In 2012 heeft de zee zich diep onder het dijklichaam gewoeld. Wandelaars hebben het water horen klotsen en de keien in de dijk tegen elkaar zien bonken.

Het Waterschap is alert, men kent de grillen van de Vierhuistergeul. In 2005 begon de zee tegen de dijk te schuren. Toen legde het Waterschap een strekdam aan om de geul van de dijk af te houden. Na de spoedreparatie cirkelde het water om de strekdammen en kolkte nog harder tegen de dijkteen. In korte tijd ontstond er een dieper gat pal aan de dijk. In 2010 werd een tweede strekdam aangelegd, nu wat langer. Twee jaar later bleek ook dat echter geen goede keus: misschien zijn het juist wel die strekdammen – of de te ruwe bekleding van die strekdammen –  die een verkeerde dynamiek aanjagen waardoor nu een lang diep gat is ontstaan. Het erosiegat aan de voet van de dijk is in korte tijd 15 meter diep geworden. Daarmee bestaat er grote kans dat de dijk begint te schuiven – het gat in. Klei kan lange tijd water tegenhouden en dan plots  bezwijken. Vandaar dat groot alarm is geslagen.

Zodra de zon opkomt moet de vrachtwagen zijn lading lozen. Dan worden de dieren wakker en mogen de werkers aan de Waddenzee-zijde in actie komen. Het schip Johanna Josephine ligt klaar om met een kraan de stenen op de juiste plek tegen de teen van de dijk te storten. Dit steentransport is de tweede noodingreep in korte tijd. Eerder heeft het kraanschip Lemsterland getracht om de ebgeul van het Vierhuistergat breder te maken om het water meer ruimte te geven. Maar de kracht van de sterke ebstroom is niet afgenomen. Ook nadat andere schepen te hulp kwamen, lukte het niet om met zandsuppleties de dijkrand te stabiliseren. Hoeveel ze ook in dat gat gooiden, de ebstroom tilde het op en nam het weer mee. Het grondverzet van de vier werkschepen was voor de zee een lachertje. Daarom is in allerhaast een paar duizend ton breuksteen besteld die ’s nachts met spoed wordt aangevoerd.

Het ging razendsnel: op 17 september 2012 belde de dijkgraaf met Joan Stam, de burgemeester van De Marne, en Wilma Mansveld, de gedeputeerde. Twee dagen later werd ook de minister gealarmeerd. Via een noodprocedure kwam er direct toestemming om de dijk te versterken. Defensie kreeg orders om de oefeningen voor de rest van het jaar af te gelasten. De militairen zijn nodig om zandzakken gereed te leggen en zich voor te bereiden op een grote evacuatie.

Het is linke soep op de Lauwerszeedijk tussen paal 86,5 en 85,4. Inmiddels is het dijklichaam over bijna een kilometer onstabiel doordat de geul zich onder de dijk door wil dringen.  Eerst lijkt het probleem zich te beperken tot een strook van 200 meter, maar elke ebstroom sleurt weer bergen zand weg en maakt de geul dieper en langer. Als het mis gaat schuift de dijk over een strook van 900 meter gewoon weg, ontdekt de projectmanager hoogwater van het Waterschap Noordzijldervest.

Bij het Waterschap hebben ze hun kennis over dijkdynamica paraat want een paar maanden eerder, in januari 2012, werd de dijk van het Eemskanaal bij Woltersum instabiel. Misschien spelen de aardbevingen daarbij een rol – dat weten ze niet. In elk geval had het veel geregend en stond het kanaal tjokvol water dat door het hoge water niet in zee kon worden geloosd. Wanneer zo’n kanaaldijk bezwijkt komt er een 1,5 meter hoge muur water de dorpen Woltersum en Wittewierum in stromen. Tegen zo’n vloedgolf kan geen mens op en daarom moesten de bewoners het gebied uit. De gedwongen evacuatie gaf een hoop tumult. Niet alleen voor de bewoners, ook voor burgemeester Rehwinkel van Groningen die later afgerekend werd op onvoldoende alertheid en met de staart tussen de benen vertrok.

De noodscenario’s en procedures liggen dus ook nog op tafel als een ervaren waterschapsman de meetgegevens van het Vierhuistergat uitleest en ongerust wordt. De beheerders reageren direct en ook de onmiddellijk opgetrommelde onderzoekers van Deltares afficheren de problemen als ‘hoog urgent’. Wanneer het Vierhuistergat door de dijk breekt zal er een stroomgat ontstaan dat niet meer te dempen is. Een onstelpbare wond in het landschap waarop geen dijk ooit meer overeind blijft.

In de dijk zijn direct na de melding van de noodprocedure sensoren geplaatst, zodat elke verdachte beweging direct te zien is op de laptops van het crisisteam. In de septembernacht van 2012 nemen de sensoren trillingen waar en licht het beeldscherm van de hoogwatermanager alarmerend op. Gelukkig, dit is geen dijk die bezwijkt, maar een zwaar geladen vrachtwagen die breukstenen komt brengen.

Noodscenario’s

Komt de zee eenmaal over de Lauwerszeedijk dan stroomt het water ver het achterland in. Dat ligt zo diep dat het water een eind in de grote nieuwbouwwijken van de stad zal komen. Daar wonen tienduizenden mensen. In 1717 kwam het water ook diep in de stad en het ommeland ligt nu door inklinking van de bodem nog veel lager. Kunnen de oude dijken langs de waddenkust de zee stoppen? De openingen daarin, de dijkcoupures, zijn ineens ontzettend belangrijk. De balken worden klaar gelegd, plus een berg zandzakken zodat de balken in de dijkdoorgangen stevig aangedrukt kunnen worden wanneer het water het land over kolkt. Maar helaas: dat wordt dweilen met de kraan open want op diverse plekken hebben boeren de nauwe coupures weggehaald om beter met hun grote landbouwmachines de polder in te kunnen rijden. Het water zal die gaten snel ontdekken.

De bestuurders brengen in 2012 precies in beeld hoe het water de polder in stroomt – mocht het misgaan bij het Vierhuistergat. Ze kijken waar voor de bewoners de beste vluchtkansen liggen. Dat is een kort verhaal: als je huis in Lauwersoog onder water komt, is de weg allang niet meer te berijden. Dan kun je alleen nog maar hopen dat je bakstenen met goed cement aan elkaar kleven en je installeren op zolder met een paar flessen water en repen chocola.

Wanneer de dijk breekt, ben je te laat, zo laten de noodscenario’s in 2012 zien. Daarom wordt bij de crisis rondom het Vierhuistergat zwaar ingezet op voorkomen: op de kwetsbare plek van de dijk wacht een oplegger met sandbags op instructies. Dag en nacht is er iemand paraat in de cabine van de truc die direct de contactsleutel kan omdraaien. Even verderop staan kraanwagens, shovels en vrachtwagens klaar. Een seintje is genoeg om de hele stoet in beweging te zetten. Ze weten allemaal precies waar ze heen moeten en wat ze daar moeten doen. In de haven van Lauwersoog is een noodvoorraad staalslak in depot gezet die direct per schip gestort kan worden in het gat. Komt het water toch door de dijk, dan is de sluis een zwak punt vanwege achterstallig onderhoud. Stromend zeewater kan het hele bouwwerk wegvagen. Dus worden er breukstenen bij de sluis klaar gezet.

Even respijt

De dijk houdt. De noodreparaties eind 2012 zijn afdoende, zo concluderen deskundigen achteraf opgelucht. Maar voor hoelang? De geraadpleegde geomorfologen stellen daar vragen bij en bevelen aan om de geul te verplaatsen. Er is nu even respijt, maar de dynamiek van het wad maakt dat het gevaar opnieuw kan opduiken. Het Waterschap zorgt voor de dijk – en betaalt de reparatie daarvan, terwijl Rijkswaterstaat verantwoordelijk is voor de zee en de portemonnee moet trekken als er aan de geul gewerkt gaat worden. Rijkswaterstaat staat niet te trappelen om zich te mengen in de loop van het Vierhuistergat. Beide overheidsdiensten werken samen, zeker. Maar vinden ze elkaar op tijd? De acute dreiging bij het Vierhuistergat laat zien dat ze bijna te laat waren. Gelukkig werkte de noodprocedure en liet de zee zich nog tot de orde roepen.

Hoe anders had het kunnen aflopen. Duidelijk is dat het zoute water niet alleen de dijk kan ondermijnen, het wurmt zich ook in de bestuurlijke structuur en kan ook daar met vernietigende kracht infiltreren. Dat zagen we ook in 1717, toen de Groninger jonkheren meer belangstelling hadden voor het innen van de dijkrechten dan voor het uitgeven van geld aan het dijkonderhoud.

Snelle actie

Een jaar voor de grote kerstvloed van 1717 werd er door vaklieden en bestuurders serieus gewaarschuwd voor de kommervolle toestand van de dijken. De klachten werden geïnventariseerd en opgeschreven. Daarna was het te laat.

Drie eeuwen later is het bestuur anders – in ieder geval beter – georganiseerd. Een hele zeestroom verleggen – dat is een spannend project voor de ingenieurs. Ze hebben er zin in – en elders is gebleken dat met zandsuppleties veel te bereiken is. Maar er moet wel geld voor komen, de vergunningen moeten kloppen en de verantwoordelijkheden correct neergelegd. Vijf jaar na de noodprocedure zit de geulverlegging nog steeds in het papieren stadium. Er kwam een verkenningsonderzoek en daarna is ‘versneld’ budget beschikbaar gekomen voor de ‘initiatieffase’. Het zal zeker tot 2024 duren voor het werk af is. De geulverlegging is een ‘innovatief’ plan. Het vernieuwende zit vooral in de bestuurlijke procesgang. Rijkswaterstaat en het Waterschap moeten scherp krijgen wie ervoor verantwoordelijk is dat de geul op afstand blijft van de dijk. Zulke organisatorische wijzigingen kosten in de 21e eeuw tijd, veel tijd. Misschien is die er ook. Maar misschien ook niet.

In september 2017 zeil ik met vrienden op de Waddenzee en varen we het Vierhuistergat in. We naderen de gerepareerde dijk. Plots schiet de dieptemeter van min 2 meter met grote sprongen naar min 9,5 meter. De zee heeft nog steeds geen vrede met deze dijk. Ze graaft aan de dijkteen als een onrustig dier dat blijft zoeken naar haar oude nest.

Geen aardbevingsgevaar!

De innovatieve aanpak van de Vierhuistergeul wordt de komende jaren doorgerekend en getekend. En vooral ingepast in de bestuurlijke werkelijkheid. Het zeegat ligt buiten de inmiddels vastgestelde contouren van het aardbevingsgebied – dus aardbevingsgevaar is er niet. Formeel dan.

Op 9 februari 2013 ziet de hoogwatermanager van het Waterschap op zijn beeldscherm weer een veertig tonner langsrijden op de Lauwersmeerdijk. Stabi-alert, zoals het programma heet dat contact houdt met de dijksensoren, ziet precies hetzelfde als eind 2012: een aanzwellende trilling, die gelukkig weer snel verdwijnt. Wat is er aan de hand? De dijkherstelwerkzaamheden zijn dan immers al klaar. Het gat is stevig aangeplempt met slakken en breukstenen. De dijk ligt weer vast. Er rijden echt geen veertigtonners meer.

Het is een aardbeving die met de kracht van 2,7 de Groninger dorpen doet schudden op hun grondvesten. En de dijken schudden mee. Elke beving weer. Of het nou past in de contouren en berekeningen of niet.

www overstroom ik

Het besef dat land dat onder de zeespiegel ligt kan overstromen krijgt voorzichtig een plaats in het collectief bewustzijn. Het ministerie heeft een app laten maken (www.overstroomik.nl) waarop iedereen zijn eigen woonomgeving kan bekijken op kansrijke vluchtrichtingen.